Tijdens de wintersportvakantie kan het nogal eens druk worden op de pistes en dan zit een ongeluk in een klein hoekje. Om zo veel mogelijk ongelukken te voorkomen, zijn er al in 1967 pisteregels opgesteld door de Internationale Ski Federatie (FIS). Dit zijn officiële pisteregels en gelden voor iedereen en op elke piste.

1. Een pistegebruiker moet zich zodanig gedragen, dat hij anderen niet in gevaar brengt of schade aan doet.
2. Een pistegebruiker moet zijn snelheid onder controle hebben. Hij moet ten allen tijden kunnen stoppen en moet zijn snelheid en techniek aanpassen aan zijn capaciteiten, de condities van de piste, de sneeuw, het weer en de drukte op de piste.
3. Een pistegebruiker die van achteren andere pistegebruikers nadat, moet zijn spoor zo kiezen, dat hij de pistegebruikers voor hem niet belemmert of in gevaar brengt.
4. Voor het inhalen op een piste geldt dat dit zowel van links als van rechts mag, mits er genoeg ruimte wordt gelaten voor de ingehaalde pistegebruiker. De ingehaalde pistegebruiker moet op geen enkele wijze in zijn bewegingen worden belemmerd.
5. Een pistegebruiker die zich op een piste wil begeven of een piste wil kruisen, moet er zeker van zijn dat hij dit kan doen zonder zichzelf of andere pistegebruikers in gevaar te brengen.
6. Een pistegebruiker moet vermijden stil te staan op smalle of onoverzichtelijke gedeelten van de piste. Mocht een pistegebruiker ten val komen in zo’n gedeelte, dan moet hij zo’n plek zo snel mogelijk weer vrij maken.
7. Een pistegebruiker die klimt of te voet afdaalt, moet aan de zijkant van de piste blijven.
8. Een pistegebruiker moet de markeringen en borden op de piste respecteren.
9. Iedere pistebruiker is verplicht hulp te verlenen bij een ongeval van een mede pistegebruiker.
10. Iedere pistebruiker moet bij een ongeval zijn persoonsgegevens bekend maken, zowel getuige als betrokkene.

Fijne skivakantie!